maandag 21 juni 2010

Virtualisatie: kostenefficiënt, maar veilig?

Virtualisatie of cloudcomputing is een ware rage. Maar als het veilig moet, zijn er andere eisen nodig. Dat zegt Rolf van Gent, directeur Noord- en Oost-Europa van netwerkbeveiliger Netasq. Bijna elk zakelijk tijdschrift schrijft met regelmaat over cloudcomputing of virtualisatie. Uit een onderzoek uit 2009 van onderzoeksbureau Forrester blijkt dat 84 procent van de bedrijven overweegt om binnen 12 maanden te gaan virtualiseren, meestal om kosten te besparen.Het lijkt simpel: door de systemen te virtualiseren bezuinig je op de kosten voor hardware, stroom, koeling, maar ook op vloeroppervlakte en het aantal servers. Daarnaast hoeven ondernemers zich niet meer druk te maken over het updaten van software of het onderhoud van de hardware. Zij sluiten een servicecontract met het datacentrum waarna ze applicatie- en serverbeheer als dienst afnemen. Dat lijkt goed geregeld, maar is het ook veilig? Bij cloudcomputing worden de servers ondergebracht in een datacentrum. Elke
ondernemer heeft in het datacentrum een eigen server met eigen applicaties, of de applicaties alleen worden ondergebracht bij het datacentrum en de ruimte op de server wordt gedeeld. Ik hoor vaak dat het een groot voordeel is dat er geen tijd of energie meer hoeft te worden gestoken in Windows-updates, back-ups of het vervangen van hardware. Ik hoor echter maar weinig mensen over de beveiliging van de applicaties en de data. Gartner Volgens ICT-watcher Gartner blijkt dat 60 procent van de virtuele servers minder goed is beveiligd dan de fysieke servers die zij vervangen.Het blijkt dat de traditionele hardwarematige firewalls het verkeer tussen de verschillende virtuele platformen niet goed beveiligt. Als ondernemer wil je echter geen risico lopen op een virus in de gegevens die je onderbrengt bij het datacentrum. Bedrijven moeten zich realiseren dat er andere eisen gelden voor het beveiligen van een virtueel netwerk dan voor een fysiek netwerk. Randapparatuur als switches, routers
en adapters moeten ook worden gemigreerd naar een virtuele omgeving, waardoor een nieuw, virtueel netwerk wordt gecreëerd. Appliance Het grote verschil met een traditioneel netwerk is dat het dataverkeer tussen servers in de nieuwe situatie nooit de fysieke server hoeft te verlaten. De meest logische keuze is een oplossing die niet als een fysiek apparaat wordt toegevoegd aan het netwerk, maar een softwarematige oplossing die, net als de bedrijfsapplicaties, op de server draait. In vaktermen een virtual appliance. Deze oplossing levert precies dezelfde beveiliging als een fysiek apparaat, maar is software. Dus ook nu geen kosten voor de hardware, maar een vast onderdeel van een serviceabonnement. Dat is veilig en scheelt: bij hardware kost het meer dan twee euro per medewerker per maand, een virtual appliance kost nog geen 70 cent per medewerker per maand. Zo blijft virtualiseren voor ondernemers een kostenefficiënte oplossing die bovendien veilig is. # Rolf van Gent is
directeur Noord- en Oost-Europa van netwerkbeveiliger Netasq (www.netasq.com)<br>

0 reacties: